De schippertjes

Ik heb niet echt veel herinneringen aan mijn jeugd. Tenminste, niet dat ik me bewust kan herinneren. Maar vandaag voelde het opeens alsof ik er wat mee moest doen. Dus hup, de trap op naar zolder, op zoek achter het schot om te zien of daar nog wat zou liggen.

 

Het was helaas niet veel. Een paar oude poëziealbums – of eigenlijk vriendenboekjes – en wat foto's.

De oude foto's deden me niet zo veel. Ik keek ernaar en het voelde een beetje alsof ze van iemand waren die ik niet kende. Maar toen kwam ik deze foto tegen: ik, zittend op een bankje bij de twee schippertjes. Ja, díe herinner ik me nog! Of nou ja, misschien herinner ik me vooral het verhaal achter die foto, maar ach, dat maakt niet uit.

 

Onze vakanties gingen altijd naar de boot in Friesland, met Langweer als vaste uitvalsbasis. In het begin lagen we in de haven, midden in het dorp, dichtbij een strookje gras. Aan de rand van dat veldje stond een schuurtje en daarvoor een bankje. Hun bankje. De twee schippertjes lagen daar met hun skûtsje in de inham ernaast. De woning van de twee broers. Ze zeiden niet veel, maar keken altijd vriendelijk of hadden zo’n zachte glimlach. Hoe ze heetten? Geen idee meer – als ik het ooit al geweten heb.

 

Ik weet nog dat het op hun boot altijd naar petroleum rook. Dat gebruikten ze voor de kachel, waar ze op kookten en die de boot warm hield. De geur was best zwaar en een beetje benauwd. Moderne spullen? Daar deden ze niet aan. Altijd dezelfde oude schipperskleding en natuurlijk liepen ze op klompen – hoe kan het ook anders? Ze bleven bij hun eigen vertrouwde manier van leven.

 

Later verhuisden we onze boot naar de nieuwe haven, net buiten het dorp. Maar, we kwamen nog steeds vaak langs hen heen als we boodschappen deden. Ze zwaaiden altijd even naar ons.

 

De weg naar het dorp liep over een gezellig houten bruggetje met witte relingen. Ze noemden het een kippenbruggetje. Simpel en sfeervol.

 

Een tijd terug besloot ik om weer eens terug te gaan. Maar eerlijk? Dat was een beetje een tegenvaller. Bijna niks was meer zoals ik het me herinnerde. Alles was anders. En daar stond ik dan, ineens weer met beide benen op de grond. Alles gaat voorbij. Soms sneller dan je eigenlijk zou willen.

 

 

15-01-'21